
38
Hoofdstuk 2. Effecten gebruiken
24 PHASER DEPTH RATE RESO
Voegt modulatie aan het
geluid toe.
Bepaalt de diepte van modula-
tie.
Bepaalt de snelheid van de
modulatie.
Bepaalt het karakter van de
modulatie.
25 STEP PHASER RATE STEP RATE RESO
Verandert de toonhoogte van
het phaser geluid in stappen.
Bepaalt de rate van de modula-
tie.
Bepaalt de hoeveelheid toon-
hoogte verandering. (*2).
Bepaalt het karakter van de
modulatie.
26 RING MODULATOR
FREQ E.LEVEL D.LEVEL
Geeft het geluid een metaal-
achtig karakter.
Bepaalt de toonhoogte van het
metaalachtige geluid.
Bepaalt het volume van het
geluid van het effect.
Bepaalt het volume van het
directe geluid.
27 STEREOIZER SHIFT BALANCE LEVEL
Creëert een pseudo-stereo
effect door de linker- of rech-
terkant van het geluid te ver-
traging. Bijzonder effectief
wanneer het op een mono
geluid toegepast wordt.
Bepaalt de hoeveelheid vertra-
ging tussen de linker- en rech-
terkant. Negatieve (-)
instellingen vertragen de lin-
kerkant, en positieve (+) instel-
lingen vertragen de
rechterkant. Bij de middelste
positie is er geen vertraging.
Bepaalt de volumebalans tus-
sen het directe (D) geluid en
het geluid van het effect (E).
Bepaalt het output volume.
28 SPACE-D DEPTH RATE BALANCE
Een chorus met meerdere stap-
pen, dat twee stappen van
modulatie in stereo toepast. Dit
zorgt niet voor een gevoel van
beweging, maar zorgt voor een
helder en transparant chorus
effect.
Bepaalt de diept van de modu-
latie.
Bepaalt de snelheid van de
modulatie.
Bepaalt de volumebalans tus-
sen het directe geluid (D) en
het geluid van het effect (E).
29 LOW BOOST BST FREQ BST GAIN LEVEL
Versterkt het volume van het
lage-frequentie bereik om een
dieper geluid voort te brengen.
Bepaalt de frequentie (50-125
Hz,) waarmee het lage-fre-
quentie bereik versterkt wordt.
Bepaalt hoeveel het lage-fre-
quentie bereik versterkt wordt.
Bepaalt het output volume.
30 EQUALIZER LOW MIDDLE HIGH
Bepaalt het volume van elk fre-
quentiebereik.
Bepaalt het volume van het
lage frequentie bereik.
Bepaalt het volume van het
middelste frequentie bereik.
Bepaalt het volume van het
hoge-frequentie bereik.
31 RADIO TUNING TUNING NOISE LV FREQ RNG
Simuleert het geluid dat een
radio produceert.
Bepaalt de hoe inaccuraat de
afstemming is.
Bepaalt het volume van de sto-
ring.
Bepaalt het toonkarakter.
32 VINYL SIMULATOR
COMP NOISE LV WOW/F
Simuleert het geluid van een
plaat van vinyl.
Bepaalt het gevoel van com-
pressie, dat typisch is voor een
analoge opname.
Bepaalt het volume van de sto-
ring die typisch is voor een
analoge opname.
Bepaalt de draaiende instabili-
teit, die typisch is voor een ana-
loge opname.
33 GATE THRESHOLD MODE RELEASE
Gebruikt het volume van de
input bron, om het bovenste
frequentie deel van het geluid
af te kappen. Gebruik dit wan-
neer u het wegsterven van het
geluid korter wilt maken.
Bepaalt het volumeniveau
waar de gate afsluit.
Kiest het gate type.
GATE: Wanneer het volume
van de input bron daalt, zal de
gate dichtgaan, en zo de input
bron afsnijden.
DUCK: Wanneer het volume
van de input bron stijgt, zal de
gate dichtgaan, en zo de input
bron afsnijden.
Bepaalt de tijd, voordat de gate
begint te sluiten, nadat de hold
time uitloopt.
34 NOISE GENERATOR
COLOR QUALITY LEVEL
Genereert storing. Bepaalt de kleur (toonkarakter)
van het ‘geruis’ of ‘gesis’
geluid.
Bepaalt hoe vaak krasgeluiden
(die door krassen op een plaat
worden veroorzaakt) zullen
klinken.
Bepaalt het volume van het
‘geruis’ of ‘gesis’.
35 ENHANCER SENS MIX LEVEL
Gebruikt de structuur van de
boventonen van het hoge-fre-
quentie bereik om het geluid
levendiger te maken en om het
meer definitie te geven.
Bepaalt de diepte van het
enhancer effect.
Bepaalt het volume van de
gegenereerde boventonen.
Bepaalt het output volume.
MFX CTRL 1 CTRL 2 CTRL 3
Comentários a estes Manuais