
12
Het voorpaneel
1 Faders
Kanaalfaders
fig.2-12
Met deze faders regelt u het volume van de signalen die
in de kanalen binnenkomen. Met de SELECT-knoppen
kan u kanalen selecteren om wijzigingen aan de effecten,
de PAN, of andere instellingen aan te brengen.
MASTER-fader
fig.2-13
Met de MASTER-fader regelt u het uitgangsvolume van
de signaalmix van de kanalen. Druk op de MASTER
SELECT-knop om effectinstellingen te maken voor de
hoofdmix en om andere functies op te roepen.
2 SOLO-knop, MUTE-knop
fig.2-14
Deze knoppen bepalen de functie van de SELECT-
knoppen. Druk op SOLO om enkel het geluid van een
geselecteerd kanaal uit te sturen; druk op MUTE om het
geluid uit te schakelen.
FADER ASSIGN-knoppen
fig.2-15
Met deze knoppen bepaalt u welke bewerking de fader
zal uitvoeren.
AUDIO CH: Wanneer u hierop drukt, kan u de faders
gebruiken om de sterkte van het audio-
signaal van elk kanaal te regelen.
MIDI CH: Wanneer u hierop drukt, kan u met de
faders de signaalsterkte van externe MIDI-
apparaten (zoals MIDI-klankmodules of
keyboards) regelen.
3 Scherm (Display)
fig.2-16
Dti fungeert als level-meter en wordt eveneens gebruikt
om de kanaalinstellingen en andere informatie te tonen.
4 LEVEL METER-knop
fig.2-17
Met deze knop selecteert u de LCD display mode.
- INPUT METER
fig.2-18
Houd de LEVEL METER-knop ingedrukt en kies met de
FUNCTION-knoppen [F1]-[F4] een van de vier volgende
schermen.
- OUTPUT METER
fig.2-19
Comentários a estes Manuais