
21
Aansluitingen en basisbeginselen
Deel 1.
Als de snaar minder dan ±50 cent vals gestemd is, wordt
dat met de juiste nootnaam aangeduid (anders verandert
de nootnaam).
Voorbeeld: wanneer enkel het rechter pijltje oplicht, staat
de snaar te hoog gestemd. Licht enkel het linker pijltje
op, dan staat de snaar te laag gestemd.
4. Herhaal de stappen 1~3 om ook de overige snaren te
stemmen.
• Bij gitaren met een vibratohendel (“tremolo/Whammy Bar”)
moet u bepaalde snaren waarschijnlijk herhaaldelijk stemmen.
Daarom raden we aan om eerst te zorgen dat de Tuner al de
juiste nootnamen aangeeft en de snaren pas daarna juist te
stemmen. Daarmee wint u heel wat tijd.
Instellingen van de Tuner (Pitch/
Level)
De referentietoonhoogte van de Tuner is instelbaar, wat han-
dig is wanneer u akoestische instrumenten moet begeleiden,
die de 440Hz-stemming niet hanteren. Bovendien kunt u het
volume van de (bas)gitaar tijdens het stemmen instellen.
1. Druk op [UTILITY].
2. Kies met de [NUMBER]-regelaar “TUNER”.
3. Druk op [ENTER].
4. Breng de cursor met PARAMETER [
√
][
®
] naar
“PITCH” (referentietoonhoogte) of “LEVEL”
(uitgangsvolume).
5. Kies met de [VALUE]-regelaar de gewenste frequentie
c.q. het uitgangsvolume.
Houd [CATEGORY] ingedrukt, terwijl u aan de
[VALUE]-regelaar draait om sneller naar een beduidend
kleinere/grotere waarde te gaan.
Tuner Pitch: 435~445 (Hz)
Hiermee wordt de frequentie van de noot “A4” bedoeld (de
A/La ongeveer in het midden van een pianoklavier). Voor
popmuziek kiest u het best “440Hz”. De overige mogelijkhe-
den zijn enkel zinvol wanneer u klassieke muziek speelt of
met een cassette meespeelt die te snel/te traag draait.
Tuner Level: Mute, 1~100
Hiermee bepaalt u het volume van de (bas)gitaar tijdens het
stemmen. Als u ze niet wilt horen (bv. tijdens een optreden),
moet u hier “Mute” kiezen (dat is trouwens de fabrieksinstel-
ling).
6. Druk op [UTILITY] om terug te keren naar de Play-
mode.
Contrast van het display
Naar gelang de lichtomstandigheden en de plaatsing van de
VF-1 kan het gebeuren dat het display niet of maar gedeelte-
lijk leesbaar is. Verander in voorkomend geval het contrast.
1. Druk op [UTILITY].
2. Kies met de [VALUE]-regelaar “SYSTEM”.
3. Druk op [ENTER].
4. Kies met PARAMETER [
√
][
®
] “CONTRAST”.
5. Stel met de [VALUE]-regelaar het gewenste contrast in
(1~16).
6. Druk op [UTILITY] om terug te keren naar de Play-
mode.
• Als u op [EXIT] drukt, keert u terug naar stap 2. Druk nog
een keer op [EXIT] om de Play-mode te selecteren.
De herkende noot (A) staat te hoog
gestemd (#)
TUNER PITCH
TUNER LEVEL
Comentários a estes Manuais