Roland VF-1 Manual do Utilizador Página 22

  • Descarregar
  • Adicionar aos meus manuais
  • Imprimir
  • Página
    / 114
  • Índice
  • MARCADORES
  • Avaliado. / 5. Com base em avaliações de clientes
Vista de página 21
22
Zelf effecten programmeren
De effectprogramma’s van de VF-1 heten “Patches”. Elke
Patch bevat instellingen i.v.m. de volgorde van de effectblok-
ken en de parameters voor deze effecten. Intern biedt de
VF-1 plaats aan 400 Patches. In dit deel gaan we u tonen hoe
u de effecten naar smaak en behoefte kunt instellen en ver-
volgens als “Patches” opslaan.
Even samevatten
Laten we, vóór het eigenlijke werk, even kijken hoe het
geheugen van de VF-1 is opgebouwd.
User- en Preset-banken
De 400 Patches van de VF-1 zijn onderverdeeld in 4 banken
met telkens 10 Patches.
User-banken
De User-banken bevatten de Patch-geheugens die u zelf kunt
programmeren of waar u gewijzigde versies van Preset-
Patches kunt opslaan. Er zijn twee User-Banken: “UA” en
“UB” met telkens 100 Patches.
Preset-banken
De Preset-banken bevatten voorgeprogrammeerde Patches
die u weliswaar kunt editen, maar niet overschrijven. Hier
vindt u een grote verzameling nuttige vetrekpunten voor uw
eigen effecten of zelfs kant-en-klaar materiaal om meteen met
de VF-1 te kunnen werken.
Er zijn twee Preset-banken: “PA” en “PB” met telkens 100
Patches.
In de Preset-geheugens kunt u geen eigen Patches opslaan.
Daarvoor moet u de User-Patches gebruiken.
Algoritmes
Een “algoritme” bepaalt hoe de verschillende beschikbare
effectblokken met elkaar worden verbonden en welke para-
meters er kunnen worden ingesteld. De VF-1 bevat 36 algo-
ritmes (PB1~36) waarvan u er telkens één kunt gebruiken.
Elk algoritme is voor een bepaalde toepassing bedoeld. Bepa-
lend voor de keuze van het algoritme is dan ook wat u pre-
cies met de VF-1 wilt doen en welk soort signaal u wilt
bewerken. De effectblokken van een algoritme kunnen apart
worden in- en uitgeschakeld. Bovendien kunt u de volgorde
van bepaalde effecten naar keuze veranderen.
Instellingen die in een Patch wor-
den opgeslagen
Een Patch-geheugen bevat de volgende instellingen:
Status van de effectblokken (aan of uit)
Instellingen van de effectparameters
Uitgangsvolume van de Patch en BPM-instelling (tempo)
Categorie-instellingen
Toewijzing van de speelhulpen (voetschakelaars e.d.)
Naam van de Patch
Informatie in het display
Tijdens het editen van een Patch wordt de volgende informa-
tie in het display afgebeeld:
Structuur van een algoritme
Tijdens het editen van de parameters
Als u met [EXIT] weer de Play-mode oproept
De lijn onder het Patch-nummer betekent dat u minstens één
parameterwaarde gewijzigd en nog niet opgeslagen hebt.
M.a.w. de Patch stemt niet meer overeen met de opgeslagen
versie.
Deel 2. Zelf effecten programmeren
Naam van het momenteel gekozen
effectblok
Vista de página 21
1 2 ... 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 ... 113 114

Comentários a estes Manuais

Sem comentários