
11
Introductie van de SP-555
PEAK indicator
Deze indicator helpt u bij het bijstellen van het MIC of
LINE IN niveau.
Past het niveau aan, zodat deze indicator af en toe
oplicht.
3.
Volume knop
Hiermee wordt het volume van de LINE OUT en PHONES
uitgang bijgesteld.
4.
METRONOME knop
Als u deze knop indrukt, zodat deze verlicht is, zal de
metronoom op de BPM van de patroon sequens klinken.
Om het volume van de metronoom bij te stellen, houdt u
deze knop ingedrukt, en draait u aan de CTRL 3 knop.
U kunt de metronoom niet laten klinken tijdens samplen.
5.
Beeldscherm verlichting
Dit knippert volgens het niveau van het geluidssignaal
tijdens sampling of gesynchroniseerd met het patroon
tempo tijdens gebruik van de patroon sequencer.
➜
‘De knippersnelheid van de beeldscherm verlichting
bijstellen’
(p.51).
Beeldscherm
Dit toont de BPM (tempo) van de sample of het patroon,
de waardes van verscheidene instellingen, en
storingsmeldingen. U kunt hier tevens de resterende
sampletijd bekijken (
➜
p.21).
TAP TEMPO knop
Door deze knop meerdere keren op het gewenste tempo
in te drukken, kunt u het tempo op het corresponderende
interval instellen.
6.
D BEAM (D Beam controller)
U kunt een verscheidenheid aan effecten op het geluid
toepassen, door uw hand hierboven te bewegen (
➜
p.38). De volgende knoppen zullen knipperen als de D
Beam controller reageert.
SYNTH knop
Gebruik de D Beam controller om interne synthesizer
geluiden te spelen.
FILTER knop
Gebruik de D Beam controller om de cutoff frequentie van
het interne filter te regelen.
TRIGGER knop
Gebruik de D Beam controller om het gewenste Pad te
triggeren.
Als u de TRIGGER knop ingedrukt houdt, en op het Pad
drukt, zal de D Beam controller dat Pad triggeren.
7.
PATTERN SEQUENCER
➜
p.33)
PATTERN SELECT knop
Druk hierop, als u een patroon wilt spelen of opnemen.
Terwijl deze knop verlicht is, kunt u een patroon selecteren
door een Pad in te drukken.
LENGTH knop
Tijdens het opnemen van een patroon, specificeert dit de
lengte van het patroon.
QUANTIZE knop
Dit specificeert automatische timingcorrecties
(quantisatie), tijdens het opnemen van een patroon.
8.
EFFECTS knoppen (CTRL 1-3)
Deze regelen de parameters, die door het geselecteerd
effect aan elke knop zijn toegewezen. U zult deze
knoppen ook voor de volgende doeleinden gebruiken.
➜
‘Effecten gebruiken’
(p.18).
➜
‘Effectenlijst’
(p.54).
CTRL 1 knop
Gebruik deze om de startlocatie van een sample aan te
passen of om de afspeeltijd van een sample te
veranderen.
CTRL 2 knop
Gebruik deze om de BPM (tempo) van het patroon aan te
passen of om de eindlocatie van een sample te
veranderen.
MFX/CTRL 3 knop
Hiermee kunt u het MFX type selecteren of het sample
niveau of volume van de sample aanpassen.
9.
Effect knoppen
Gebruik deze om het gewenste effect te selecteren. Een
knop os verlicht als deze aan is, en uitgedoofd als deze
uit is.
* U kunt slechts één effect tegelijk aanzetten.
* Door de
EFFECT ASSIGN knop
ingedrukt te houden en één
of meerdere Pads in te drukken, kunt u het effect voor één of
meer Pads aanzetten.
10.
LOOP CAPTURE
Hier kunt u de op dat moment spelende sample of patroon
opnemen of een frase van een externe ingangsbron
(maximaal 15 seconden).
➜
‘Loop Capture’ (p.25).
MEASURE knop
Dit specificeert het aantal maten dat wordt opgenomen.
Als u FREE instelt, kunt u maximaal 15 seconden
opnemen.
AUTO START knop
Als u deze knop aanzet, zal de opname automatisch
beginnen wanneer geluid wordt ingevoerd.
SOURCE SELECT knoppen
Dit selecteert, wat er opgenomen zal worden.
EXT ONLY
neemt alleen het signaal van de mic, line of ingebouwde
sequencer, bestuurd door de D Beam op.
EXT & PADS
neemt dit geluid op, gemengd met de op dat moment
Comentários a estes Manuais