
35
Utility-functies
Deel 3.
De VF-1 bevat een aantal functies die voor alle Patches en
secties gelden. Wat we tot nu toe besproken hebben, geldt
telkens maar voor één Patch. In de regel hoeft u de Utility-
functies maar één keer in te stellen. Zodra u dus de passende
instellingen gevonden hebt, verandert u ze best enkel nog
wanneer het niet anders kan.
Utility-functiegroepen
Er zijn vijf Utility-functiegroepen met telkens één of verschil-
lende parameters:
Werkwijze voor het instellen
1. Druk op [UTILITY].
2. Kies met de [VALUE]-regelaar de benodigde Utility-
functiegroep.
3. Druk op [ENTER].
4. Kies met PARAMETER [
√
][
®
] de parameter die u wilt
instellen.
5. Stel met de [VALUE]-regelaar de gewenste waarde voor
die parameter in.
Door [CATEGORY] ingedrukt te houden, terwijl u aan
de [VALUE]-regelaar draait, kiest u sneller een bedui-
dend grotere of kleinere waarde.
6. Druk op [UTILITY] om terug te keren naar de Play-
mode.
• De “MIDI PC MAP”-instellingen moet u opslaan door op
[WRITE] te drukken. Zie blz. 99 voor meer details.
• Door in stap 6 op [EXIT] te drukken keert u terug naar stap 2.
Druk dan nog een keer op [EXIT] om terug te gaan naar de
Play-mode.
Stemfunctie (Tuner)
De Tuner dient voor het stemmen van een elektrische gitaar
of bas die u op de GUITAR (HI-Z)-ingang hebt aangesloten.
Tuner Pitch: 435~445 (Hz)
Tuner Level: MUTE, 1~100
Zie “Instellingen van de Tuner (Pitch/Level)” op blz. 21 voor
meer details.
Systeemparameters
De systeemparameters dienen voor het instellen van globale
dingen, zoals het display-contrast (blz. 21), de (al dan niet)
geluidsweergave wanneer u “EFFECTS OFF” gekozen hebt
(blz. 20), de functie van de op CTL 1,2 aangesloten voetscha-
kelaars (blz. 31) en uw eigen toonladder voor de Harmonist
(blz. 81).
Deel 3. Utility-functies
MIDI
Initialiseren
Algemene geluidsinstellingen
Systeemparameters
Tuner (stemfunctie)
1,6
4
2,3,5
Comentários a estes Manuais