
83
Verklaring van de effectparameters
Deel 4.
<Als u RADIO of PLAYER kiest>
Tuning
Dit is een “Radio”-parameter. Hiermee simuleert u de stoor-
geluiden die u tijdens het afstemmen op een andere AM-zen-
der hoort.
Wow Flutter
Dit is een “Player”-parameter waarmee u de onregelmatige
draaisnelheid van een pickup kunt simuleren.
Noise
Met deze parameter voegt u ruis toe.
Filter
Hiermee stelt u het filter in.
Sound
Hiermee kunt u de klankkleur beïnvloeden.
<Als u PROCESSOR kiest>
Pre Filter
Dit filter voorkomt digitale vervorming. Schakel het uit als u
een echt slechte geluidskwaliteit mét digitale vervorming
nodig hebt.
Sample Rate
Hiermee kunt u de Sampling-frequentie verminderen. Als u
hier “Off” kiest, verandert de Sampling-frequentie niet.
Bit
Met deze parameter wijzigt u het aantal bits (de “woordleng-
te”). Als u deze functie uitschakelt, verandert er niets aan de
woordlengte.
Kiest u een laag aantal bits, dan is er bij sommige ingangssig-
nalen –of zelfs wanneer er helemaal geen ingangssignaal is–
sprake van betrekkelijk luide ruis. Die kunt u onderdrukken
door een hogere Threshold-waarde voor de NS Suppressor
(ruisonderdrukker) te kiezen.
Post Filter
Met dit filter kunt u de digitale vervorming verminderen die
door het LoFi-effect wordt gegenereerd. Als u echter “Off”
kiest, is het filter uit. In dat geval is de “Fi” nog “lower”.
FX Level
Hiermee regelt u het volume van het LoFi-effect.
Dir Level
Hiermee stelt u het volume van het binnenkomende signaal
in.
Realtime Modify Filter
Hiermee kiest u het filtertype waarmee de werking tijdens
het spelen kan worden beïnvloed:
Off: Het filter is uit.
LPF: Dit is een klassiek synthesizerfilter dat enkel de fre-
quenties onder de Cutoff-waarde doorlaat.
BPF: Enkel de frequenties rond de Cutoff-waarde worden
doorgelaten.
HPF: Enkel de frequenties boven de Cutoff-waarde worden
doorgelaten.
Cutoff
Hiermee stelt u de grensfrequentie van het filter in. Naar
gelang het filtertype is dit de frequentie waarboven (LPF),
waarboven/onder (BPF) of waaronder (HPF) het filter de fre-
quenties onderdrukt.
Resonance
Hiermee kunt u de Cutoff-frequentie extra in de verf zetten.
Gain
Met deze parameter bepaalt u het uitgangsvolume van het
effect, wat nodig kan zijn bij drastische wijzigingen die het
volume aanzienlijk verminderen of verhogen.
Master
Het “Master”-blok bevindt zich telkens net vóór de uitgang
van een algoritme. Hier vindt u alle parameters die voor een
Patch in z’n geheel gelden.
Link
Deze parameter vindt u enkel in het “MIC Simulator”-algo-
ritme. Hiermee kunt u het linker en het rechter kanaal aan
elkaar koppelen.
Als u “Off” kiest, werkt de MIC Simulator als twee mono-
effecten (met twee kanalen). Kies u echter “On”, dan gelden
de instellingen van het L-kanaal voor beide kanalen.
• Als u “LINK= ON” kiest, worden de instellingen van het R-
kanaal niet gebruikt. Het rechter kanaal volgt dan namelijk de
instellingen van het L-kanaal.
Level (Master Level)
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van de Patch/het
algoritme.
Tijdens het editen van de Master-parameters geven de meters
in het display (blz. 16, 26) het ingangsvolume van de Patch –
dus vóór het eerste effectblok– en het uitgangsvolume –achter
het laatste effectblok– weer.
BPM (Master BPM)
Met deze parameter kunt u het tempo (BPM) programmeren
dat door bepaalde effectparameters kan worden gebruikt. In
de regel stelt u hier het best het tempo van de Song in waar-
voor u de Patch programmeert. Op die manier kunt u zorgen
dat de tempogevoelige effectparameters met het Song-tempo
gesynchroniseerd worden. Deze BPM-parameter kunt u voor
elke Patch apart instellen.
• Als het gebruikte algoritme geen enkele synchroniseerbare
parameter bevat, verschijnt “BPM” niet in het display.
BPM (Beats Per Minute) vertegenwoordigt het aantal kwart-
noten per minuut.
Comentários a estes Manuais